De regering kon de Raad van State niet volgen in zijn redenering die hem ertoe bracht deze vergoeding te beschouwen als een belasting, waarvan de grondslag en het percentage krachtens de Grondwet door de wetgever bepaald moeten worden, zonder toegelaten delegatie aan de Koning.
Le gouvernement n'a pu suivre le Conseil d'État dans son raisonnement tendant à conférer à cette rémunération la nature d'un impôt, dont l'assiette et le taux doivent, en vertu de la Constitution, être fixés par le législateur sans délégation autorisée au Roi.