Het voorstel is gebaseerd op de zogenaamde marktgerichte flexibele mechanismen “gemeenschappelijke uitvoering” en het “mechanisme voor schone ontwikkeling" die in het Protocol van Kyoto zijn opgenomen.
La proposition s'appuie sur deux mécanismes souples de marché prévus par le protocole de Kyoto: la «mise en œuvre conjointe» et le «mécanisme de développement propre».