De apparaten, met name die welke genoemd zijn in de punten a) tot en met l), moeten dusdanig geconstrueerd zijn dat zij een passend niveau van elektromagnetische ongevoeligheid hebben in een normale EMC-omgeving waar de apparaten moeten functioneren, zodat zij ongehinderd kunnen worden gebruikt bij de storingsniveaus die worden opgewekt door apparaten die aan de in artikel 7 vastgestelde normen voldoen.
Les appareils, et notamment ceux visés aux points a) à l), devraient être construits de manière à avoir un niveau adéquat d'immunité électromagnétique dans un environnement normal de compatibilité électromagnétique là où les appareils sont destinés à fonctionner, de façon à pouvoir être utilisés sans gêne compte tenu des niveaux de la perturbation générée par les appareils satisfaisant aux normes fixées à l'article 7.