2. Schendt artikel 151 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening de artikelen 10 en 11 v
an de Grondwet, in zover zij de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur als orgaan van het Vlaamse Gewest machtigt om bij dagvaarding in eigen naam één van de in
artikel 149 van het zo-even vermelde decreet voorziene herstelvorderingen bij de burgerlijke rechtbank (rechtbank van eerste aanleg) in te leiden, terwijl de gewestelijke inspecteur niet over rechtspersoonlijkheid en aldus niet over de door artik
...[+++]el 17 van het Gerechtelijk Wetboek vereiste hoedanigheid beschikt om dergelijke rechtsvorderingen in te stellen ?
2. L'article 151 du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il habilite l'inspecteur urbaniste régional, en qualité d'organe de la Région flamande, à intenter auprès du tribunal civil (tribunal de première instance), par citation en son nom propre, une des actions en réparation prévues par l'article 149 du décret précité, alors que l'inspecteur régional ne dispose pas de la personnalité juridique et, partant, de la qualité requise par l'article 17 du Code judiciaire pour intenter de telles actions ?