2. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen wanneer zij de dienst van vermogensbeheer verrichten, op basis van de beleggingsdoelstellingen van de cliënt en de soorten financiële instrumenten in de portefeuille van de cliënt een geschikte evaluatie- en vergelijkingsmethode, zoals een zinvolle benchmark, vaststellen zodat de cliënt voor wie de dienst wordt verricht, de prestaties van de onderneming kan beoordelen.
2. Les États membres s'assurent que les entreprises d'investissement, lorsqu'elles fournissent le service de gestion de portefeuille, établissent une méthode appropriée d'évaluation et de comparaison, par exemple une valeur de référence pertinente prenant en compte les objectifs d'investissement du client et les types d'instruments financiers intégrant son portefeuille, de sorte que le client à qui le service est fourni soit en mesure d'évaluer la performance de l'entreprise.
