Traduction de «zimbabwe gbvb acs-eu-samenwerking » (Néerlandais → Français) :

topconferentie democratisering ACS-EU-overeenkomst ontwikkelingshulp Zimbabwe GBVB ACS-EU-samenwerking Afrikaanse Unie internationale rol van de EU vermindering van de schuld Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden rechten van de mens Afrika Europese Unie onafhankelijkheid van voedselhulp China openbare veiligheid Noord-Zuid-handel handhaving van de vrede
réunion au sommet démocratisation convention ACP-UE aide au développement Zimbabwe PESC relation ACP-UE Union africaine rôle international de l'UE allégement de la dette Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes droits de l'homme Afrique Union européenne indépendance alimentaire Chine sécurité publique commerce Nord-Sud maintien de la paix

biologische landbouw duurzame ontwikkeling nationaal parlement stookolie ACS-EU-overeenkomst uitbreiding van de Europese Unie soja westelijke Balkan bio-energie vernieuwing terrorisme honger consolidatie van de Europese Unie GBVB vervangende brandstof ACS-EU-samenwerking opwarming van het klimaat economische groei internationale rol van de EU migratiebeleid Europese verdragen voedselveiligheid Europees defensiebeleid Europese Commissie EU-milieubeleid EOF Protocol van Kyoto Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden kleine en middelgrote onderneming gemeenschappelijk landbouwbeleid energiebeleid Europees staatsburgerschap Afrika visabeleid vermindering van gasemissie Verdrag van Lissabon ontwikkelingsland minder ontwikkeld land EU-werkgelegenheidsbeleid prijs van levensmiddelen broeikasgas EU-beleid politiek asiel Wereldhandelsorganisatie hulpprogramma Europese sociale politiek Europese Centrale Bank biobrandstof
agriculture biologique développement durable parlement national fioul convention ACP-UE élargissement de l'Union européenne soja Balkans occidentaux bioénergie innovation terrorisme faim approfondissement de l'Union européenne PESC combustible de remplacement relation ACP-UE réchauffement climatique croissance économique rôle international de l'UE politique migratoire traités européens sécurité alimentaire politique européenne de défense Commission européenne politique de l'environnement de l'UE FED Protocole de Kyoto Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes petites et moyennes entreprises politique agricole commune politique énergétique citoyenneté européenne Afrique politique des visas réduction des émissions de gaz traité de Lisbonne pays en développement pays moins développé politique de l'emploi de l'UE prix alimentaire gaz à effet de serre politique de l'UE asile politique Organisation mondiale du commerce programme d'aide politique sociale européenne Banque centrale européenne biocarburant

culturele samenwerking immigratie illegale migratie Palestijnse kwestie ACS-landen emissiehandel uitbreiding van de Europese Unie postdienst westelijke Balkan Kosovo-kwestie satellietnavigatie vernieuwing energievoorziening betrekkingen binnen de EU EU-onderzoeksbeleid Rusland flexibiliteit van de arbeid economische ontwikkeling marien milieu bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd GBVB Servië Europese Grondwet opwarming van het klimaat economische groei culturele verscheidenheid waterbehoefte Brazilië marktliberalisatie internationale rol van de EU Midden-Oosten Europese verdragen India luchtverontreiniging zekerheid van arbeidsplaats EU-milieubeleid rechten van minderheden maritiem beleid Protocol van Kyoto Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden Unie voor het Middellandse Zeegebied energiebeleid acculturatie pensioenvoorwaarden Afrika vermindering van gasemissie Zuid-Amerika arbeidsmarkt watervoorraad betrekking van de Europese Unie Akkoord van Schengen grenscontrole globalisering Verdrag van Lissabon EU-werkgelegenheidsbeleid werkende beroepsbevolking economische en sociale samenhang Kroatië buitengrens van de EU voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie China EU-begroting EU-beleid Kosovo emissierechten Europese sociale politiek Turkije Birma/Myanmar culturele identiteit vergrijzing van de bevolking werking van de instelling
coopération culturelle immigration migration illégale question de la Palestine pays ACP échange de droits d'émission élargissement de l'Union européenne service postal Balkans occidentaux question du Kosovo navigation par satellite innovation approvisionnement énergétique relation intra-UE politique de la recherche de l'UE Russie flexibilité du travail développement économique milieu marin population en âge de travailler PESC Serbie constitution européenne réchauffement climatique croissance économique pluralisme culturel besoin en eau Brésil libéralisation du marché rôle international de l'UE Proche et Moyen-Orient traités européens Inde pollution atmosphérique sécurité de l'emploi politique de l'environnement de l'UE droits des minorités politique maritime Protocole de Kyoto Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes Union pour la Méditerranée politique énergétique acculturation condition de la retraite Afrique réduction des émissions de gaz Amérique du Sud marché du travail ressource en eau relation de l'Union européenne accord de Schengen contrôle à la frontière mondialisation traité de Lisbonne politique de l'emploi de l'UE population active occupée cohésion économique et sociale Croatie frontière extérieure de l'UE présidence du Conseil de l'Union européenne Chine budget de l'UE politique de l'UE Kosovo quota d'émission politique sociale européenne Turquie Birmanie/Myanmar identité culturelle vieillissement démographique fonctionnement institutionnel

C. overwegende dat Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe de overeenkomst van Cotonou hebben ondertekend; overwegende dat de eerbiediging van de mensenrechten een essentieel onderdeel is van de overeenkomst inzake ontwikkeling en samenwerking tussen de EU en de ACS-landen;
C. considérant que Madagascar, Maurice, les Seychelles et le Zimbabwe sont signataires de l'accord de Cotonou; considérant que le respect des droits de l'homme est un élément primordial de l'accord de coopération au développement conclu entre l'Union européenne et les pays ACP;

A. overwegende dat Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe de overeenkomst van Cotonou hebben ondertekend; overwegende dat de eerbiediging van de mensenrechten een essentieel onderdeel is van de overeenkomst inzake ontwikkeling en samenwerking tussen de EU en de ACS-landen;
A. considérant que Madagascar, Maurice, les Seychelles et le Zimbabwe sont signataires de l'accord de Cotonou; considérant que le respect des droits de l'homme est un élément primordial de l'accord de coopération au développement conclu entre l'Union européenne et les pays ACP;

De Europese Unie onderstreept nogmaals het belang dat zij hecht aan samenwerking met Zimbabwe in de toekomst en zij is bereid om de in artikel 8 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst bedoelde politieke dialoog nieuw leven in te blazen en te bevorderen.
L’Union européenne souhaite souligner à nouveau l’importance qu’elle attache à la future coopération UE-Zimbabwe et réaffirme sa volonté de relancer et de faire avancer le dialogue politique prévu à l’article 8 de l’accord de partenariat de Cotonou.

21. herinnert de Raad evenwel aan de genoemde resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 2005, waarin de EU werd opgeroepen resoluties over een aantal prioritaire kwesties in te dienen; betreurt met name dat de EU heeft geweigerd resoluties te steunen over schendingen van de mensenrechten in China, Zimbabwe en Tsjetsjenië; herinnert in dit verband aan de verbintenissen van de Raad in het kader van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen, waarin duidelijk wordt verklaard dat een mensenrechtendialoog met een derde land de Raad niet kan beletten om in de VN-Raad voor de rechten van de mens een resolutie over datzelfde land te steunen; neemt in dit verband nota van het feit dat in het jaarverslag 2005 wordt verklaard dat met name de groep van Afrikaanse landen niet coöperatief is geweest toen de situatie van de mensenrechten in bepaalde Afrikaanse landen onderwerp van discussie was tijdens de vergadering van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve om alle beschikbare middelen aan te wenden om de groep van Afrikaanse landen te overhalen om in de toekomst met de Algemene Vergadering van de VN samen te werken door de dialoog aan te gaan en informatie over de betrokken Afrikaanse landen te verstrekken, vooral over de landen waarmee de ACS-EU-samenwerking overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EU-Overeenkomst is opgeschort of over de landen waarmee overeenkomstig artikel 8 van diezelfde Overeenkomst een politieke dialoog wordt gevoerd; stelt voor dat het Europees Parlement voortaan zijn bij de Raad ingediende ontwerpresoluties beperkt tot de belangrijkste landen en dat het de werkzaamheden van de Raad in dit verband sterker ondersteunt;
21. rappelle néanmoins au Conseil sa résolution précitée du 24 février 2005, qui appelait l'Union européenne à présenter des résolutions sur un certain nombre de questions prioritaires; regrette en particulier, le refus de l'Union européenne d'appuyer des résolutions sur les violations des droits de l'homme en Chine, au Zimbabwe et en Tchétchénie; rappelle à cet égard les engagements pris par le Conseil dans le contexte des lignes directrices de l'Union européenne en matière de dialogues sur les droits de l'homme, lesquels établissent clairement qu'un dialogue sur les droits de l'homme avec un pays ne peut empêcher le Conseil d'appuyer une résolution concernant ce pays précisément, au sein du Conseil des droits de l'homme des Nations unies; dans ce contexte, prend également en compte la déclaration figurant dans le rapport 2005 selon laquelle le groupe africain particulièrement n'a pas fait preuve de coopération lors de la discussion sur la situation des droits de l'homme dans certains pays africains spécifiques, au cours des travaux de la Troisième commission de l'Assemblée générale des Nations unies; demande par conséquent à la Commission et au Conseil d'utiliser tous les moyens à leur disposition afin de persuader le groupe africain de coopérer à l'avenir avec l'Assemblée générale des Nations unies en conduisant un dialogue et en fournissant des informations sur les pays africains concernés, particulièrement ceux avec lesquels la coopération ACP-UE est suspendue conformément à l'article 96 de l'accord de partenariat ACP-UE ou avec lesquels un dialogue politique est engagé en application de l'article 8 de cet accord; suggère que le Parlement européen limite à l'avenir les propositions de résolution à l'intention du Conseil à celles qui traitent des pays qui soulèvent les plus grandes préoccupations, et qu'il appuie mieux les travaux du Conseil à cet égard;

21. herinnert de Raad evenwel aan de resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 2005, waarin de EU werd opgeroepen resoluties over een aantal prioritaire kwesties in te dienen; betreurt met name dat de EU heeft geweigerd resoluties te steunen over schendingen van de mensenrechten in China, Zimbabwe en Tsjetsjenië; herinnert in dit verband aan de verbintenissen van de Raad in het kader van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen, waarin duidelijk wordt verklaard dat een mensenrechtendialoog met een derde land de Raad niet kan beletten om in de VN-Commissie voor de rechten van de mens een resolutie over datzelfde land te steunen; neemt in dit verband nota van het feit dat in het jaarverslag 2005 wordt verklaard dat met name de groep van Afrikaanse landen niet coöperatief is geweest toen de situatie van de mensenrechten in bepaalde Afrikaanse landen onderwerp van discussie was tijdens de vergadering van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve om alle beschikbare middelen aan te wenden om de groep van Afrikaanse landen te overhalen om in de toekomst met de Algemene Vergadering van de VN samen te werken door de dialoog aan te gaan en informatie over de betrokken Afrikaanse landen te verstrekken, vooral over de landen waarmee de ACS-EU-samenwerking overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou is opgeschort of over de landen waarmee overeenkomstig artikel 8 van diezelfde Overeenkomst een politieke dialoog wordt gevoerd; stelt voor dat het Europees Parlement voortaan zijn bij de Raad ingediende ontwerpresoluties beperkt tot de belangrijkste landen en dat het de werkzaamheden van de Raad in dit verband sterker ondersteunt;
21. rappelle néanmoins au Conseil sa résolution du 24 février 2005 qui appelait l'UE à présenter des résolutions sur un certain nombre de questions prioritaires; regrette en particulier, le refus de l'UE d'appuyer des résolutions sur les violations des droits de la personne en Chine, au Zimbabwe et en Tchétchénie; rappelle à cet égard les engagements pris par le Conseil dans le contexte des lignes directrices de l'UE en matière de dialogues sur les droits de l'homme, lesquels établissent clairement qu'un dialogue sur les droits de l'homme avec un pays ne peut empêcher le Conseil d'appuyer une résolution concernant ce pays précisément, au sein du Conseil des droits de l'homme des Nations unies; dans ce contexte, prend également en compte la déclaration figurant dans le rapport 2005 selon laquelle le groupe africain particulièrement n'a pas fait preuve de coopération lors de la discussion sur la situation des droits de l'homme dans certains pays africains spécifiques, au cours des travaux de la Troisième commission de l'Assemblée générale des Nations unies; demande par conséquent à la Commission et au Conseil d'utiliser tous les moyens à leur disposition afin de persuader le groupe africain de coopérer à l'avenir avec l'Assemblée générale des Nations unies en conduisant un dialogue et en fournissant des informations sur les pays africains concernés, particulièrement ceux avec lesquels la coopération ACP UE est suspendue conformément à l'article 96 de l'accord de Cotonou ou avec lesquels un dialogue politique est engagé en application de l'article 8 de cet accord; suggère que le Parlement européen limite à l'avenir les propositions de résolution à l'intention du Conseil à celles qui traitent des pays qui soulèvent les plus grandes préoccupations, et qu'il appuie mieux les travaux du Conseil à cet égard;