Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zijnde bepaling stelt geen absolute " (Nederlands → Frans) :

B.23.3. De in het geding zijnde bepaling stelt geen absolute grond van niet-ontvankelijkheid in voor de vordering tot betwisting van een erkenning van het vaderschap, maar stelt een termijn vast voor het instellen van een vordering tot betwisting van het vaderschap, wat wordt verantwoord door de zorg om de rechtszekerheid en een definitief karakter van de familiale relaties te waarborgen.

B.23.3 La disposition en cause n'instaure pas une fin absolue de non-recevoir à l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité, mais fixe un délai pour l'introduction d'une action en contestation de paternité, ce qui se justifie par la volonté de garantir la sécurité juridique et un caractère définitif des relations familiales.


De in het geding zijnde bepaling heeft geen gevolgen die onevenredig zijn met het nagestreefde doel en is bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

La disposition en cause n'a par conséquent pas d'effets qui soient disproportionnés par rapport à l'objectif poursuivi et elle est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.


De in het geding zijnde bepaling maakt geen enkel onderscheid tussen verschillende categorieën van « beoefenaars van vrije beroepen ».

La disposition en cause ne fait aucune distinction entre plusieurs catégories de « titulaires de professions libérales ».


De in het geding zijnde bepaling stelt aldus, ten aanzien van de mogelijkheid om de naam van de biologische vader te dragen, een verschil in behandeling in tussen de minderjarige kinderen en de meerderjarige kinderen wier afstamming van vaderszijde is komen vast te staan na de afstamming van moederszijde, en zulks na met succes terzelfder tijd een vordering te hebben ingesteld tot betwisting van het vermoedelijke vaderschap en tot onderzoek naar het vaderschap.

La disposition en cause établit ainsi, en ce qui concerne la possibilité de porter le nom du père biologique, une différence de traitement entre les enfants mineurs et les enfants majeurs dont la filiation paternelle a été établie après la filiation maternelle, et ce après avoir agi avec fruit, simultanément, en contestation de la paternité présumée et en recherche de paternité.


De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 39 van het decreet van 21 juni 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 84 (lees : 133) en 144 ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling zou zijn, maar een retroactieve wijzigende bepaling die ertoe zou strekken de afloop van de hangende procedures te beïnvloeden en die door geen enkele buitengewone omstandigheid zou ...[+++]

Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 39 du décret du 21 juin 2013 avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés avec ses articles 84 (lire : 133) et 144, et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que la disposition en cause ne serait pas une disposition interprétative, mais une disposition modificative rétroactive qui tendrait à influencer l'issue des procédures pendantes et qui ne serait justifiée par aucune circonstance exceptionnelle.


De in het geding zijnde bepaling stelt niet een absolute grond van niet-ontvankelijkheid in voor de vordering tot betwisting van een vermoeden van vaderschap, maar stelt een termijn vast voor het instellen van zulk een vordering, wat wordt verantwoord door de zorg om de rechtszekerheid en een definitief karakter van de familiale relaties te waarborgen.

La disposition en cause n'instaure pas une fin de non-recevoir absolue de l'action en contestation d'une présomption de paternité mais fixe un délai pour l'intentement d'une telle action, ce qui se justifie par la volonté de garantir la sécurité juridique et un caractère définitif des relations familiales.


De Raad van State stelt aan het Hof vragen over de bestaanbaarheid van artikel 7 van de voormelde wet van 16 maart 2000, zoals het is vervangen bij artikel 13 van de voormelde wet van 10 januari 2010, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre die bepaling op dezelfde manier geldt, enerzijds, voor de kandidaat-militairen van het actief kader die in he ...[+++]

Le Conseil d'Etat interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 7 de la loi du 16 mars 2000 précitée, tel qu'il a été remplacé par l'article 13 de la loi du 10 janvier 2010 précitée, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés avec le principe de sécurité juridique, en ce que cette disposition s'applique de la même manière, d'une part, aux candidats militaires du cadre actif qui s'étaient engagés à l'armée sous l'empire de la loi ancienne et qui avaient (première question préjudicielle) ou non (seconde question préjudicielle) déjà obtenu soixante crédits à l'Ecole royale militaire au moment de l'entrée ...[+++]


De in het geding zijnde bepaling stelt niet een absolute grond van niet-ontvankelijkheid in voor de vordering tot betwisting van een erkenning van vaderschap, maar stelt een termijn vast voor het instellen van een vordering tot betwisting van het vaderschap, wat wordt verantwoord door de zorg om de rechtszekerheid en een definitief karakter van de familiale relaties te waarborgen.

La disposition en cause n'instaure pas une fin absolue de non-recevoir à l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité, mais fixe un délai pour l'introduction d'une action en contestation de paternité, ce qui se justifie par la volonté de garantir la sécurité juridique et un caractère définitif des relations familiales.


De in het geding zijnde bepaling stelt de basis vast van de forfaitaire aanslagen die van toepassing zijn op de in het voormelde artikel 182 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992 bepaalde natuurlijke personen en rechtspersonen die geen aangifte van hun beroepsinkomsten hebben overgelegd of die haar laattijdig hebben overgelegd.

La disposition en cause établit les bases des taxations forfaitaires applicables aux personnes physiques et morales définies à l'article 182 de l'arrêté royal d'exécution du CIR 1992 précité qui n'ont pas remis de déclaration de leurs revenus professionnels ou qui l'ont remise tardivement.


Doordat de in het geding zijnde bepaling stelt dat de termijn van drie maanden voor het instellen van een beroep tegen de ontstentenis van beslissing of tegen een beslissing van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarvan geen kennis werd gegeven aan de aanvrager begint te lopen de dag na de laatste dag van de bij de wet aan het centrum toegekende termijn om van zijn beslissing kennis te geven, maakt ze het immers mogelijk dat de beroepstermijn begint te lopen en eindigt buiten h ...[+++]

En effet, en prévoyant que le délai de trois mois pour introduire un recours contre l'absence de décision ou contre une décision du centre public d'action sociale qui n'a pas été notifiée au demandeur commence à courir le lendemain du dernier jour du délai imparti par la loi au centre pour notifier sa décision, la disposition en cause permet que le délai de recours débute et prenne fin à l'insu du demandeur, à un moment où il n'a connaissance ni du fait que le centre a pris une décision relativement à sa demande, ni, a fortiori, du contenu de cette décision.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zijnde bepaling stelt geen absolute' ->

Date index: 2022-01-29
w