In het ontwerp werd er oorspronkelijk voor geopteerd om voor alle leden van het openbaar ministerie de bevoegdheid tot het opleggen van zware straffen toe te kennen aan de minister van Justitie. Idem voor de referendarissen, de parketjuristen, de griffiers en de secretarissen.
Le projet conférait initialement au ministre de la Justice le pouvoir d'infliger les peines majeures à tous les membres du ministère public ainsi qu'aux référendaires, aux juristes de parquet, aux greffiers et aux secrétaires.