Traduction de «zij moeten aantonen daadwerkelijk belang » (Néerlandais → Français) :

Deze moeten worden gehoord indien zij hierom schriftelijk verzoeken binnen de in het Publicatieblad van de Europese Unie genoemde termijn, waarbij zij moeten aantonen daadwerkelijk belang te hebben bij het resultaat van het onderzoek en dat zij bijzondere redenen hebben om te willen worden gehoord.
Celles-ci doivent être entendues lorsqu'elles l'ont demandé par écrit dans le délai fixé par l'avis publié au Journal officiel de l'Union européenne, en démontrant qu'elles sont effectivement susceptibles d'être concernées par le résultat de l'enquête et qu'il existe des raisons particulières de les entendre oralement.

b) zij moeten aantonen dat de houder op de uitoefening van het betrokken beroep is voorbereid.
b) ils doivent attester de la préparation du titulaire à l'exercice de la profession concernée.

b) zij moeten aantonen dat de houder op de uitoefening van de betrokken activiteiten is voorbereid.
b) ils doivent démontrer que le titulaire s'est préparé à l'exercice de l'activité concernée.

b) zij moeten aantonen dat de titularis op de uitoefening van het betrokken beroep is voorbereid.
b) attester la préparation du titulaire à l'exercice de la profession concernée.

Zij moeten aantonen dat hun eigen aanvullend ondernemingspensioenstelsel minstens gelijkwaardige rechten voorziet.
Elles doivent démontrer que leur propre régime de pension complémentaire d'entreprise prévoit des droits au moins équivalents.

De eerste voorwaarde betreft de aard van de uitgeoefende activiteiten : zij moeten van wezenlijk belang zijn voor het waarborgen van het grondrecht op menselijke waardigheid en integriteit en een uiting van de beginselen van de sociale samenhang en solidariteit vormen.
La première condition concerne la nature des activités exercées : celles-ci doivent être essentielles pour garantir le droit fondamental à la dignité et à l'intégrité humaines et constituer une manifestation des principes de cohésion sociale et de solidarité.

2. artikel 418 WIB/92, zoals toepasbaar vanaf aanslagjaar 1999, automatisch moratoriuminteresten toekent op grond van het Wetboek van Inkomstenbelastingen aan de belastingplichtige ingeval van terugbetaling van een ontheven belastingverhoging, terwijl belastingplichtigen, die op hetzelfde ogenblik een terugbetaling van een belastingverhoging verkrijgen voor enig vorig aanslagjaar niet automatisch moratoriuminteresten ontvangen op grond van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, doch slechts op grond van het gemeen recht wat impliceert dat zij moeten aantonen dat er kwade trouw aanwezig is in hoofde van de administratie (artikel 1378 B.W.), ofwel in het andere geval slechts interesten krijgen vanaf het ogenblik van de ingebrekestelling van de Belgische Staat (artikel 1139 B.W.) ?
2. l'article 418 du CIR/92, tel qu'il est applicable depuis l'exercice d'imposition 1999, alloue automatiquement au contribuable des intérêts moratoires sur la base du Code des impôts sur les revenus en cas de restitution d'un accroissement d'impôt dégrevé, alors que les contribuables qui obtiennent au même moment une restitution d'un accroissement d'impôt pour un quelconque exercice d'imposition antérieur ne perçoivent pas automatiquement des intérêts moratoires sur la base du Code des impôts sur les revenus mais uniquement sur la base du droit commun, ce qui implique qu'ils doivent démontrer l'existence d'une mauvaise foi dans le chef de l'administration (article 1378 du Code civil), ou ne perçoivent, dans l'autre cas, des intérêts qu'à partir du moment de la mise en demeure de l'Etat belge (article 1139 du Code civil) ?

2. artikel 418 WIB/92, zoals toepasbaar vanaf aanslagjaar 1999, automatisch moratoriuminteresten toekent op grond van het Wetboek van Inkomstenbelastingen aan de belastingplichtige ingeval van terugbetaling van een ontheven belastingverhoging, terwijl belastingplichtigen, die op hetzelfde ogenblik een terugbetaling van een belastingverhoging verkrijgen voor enig vorig aanslagjaar niet automatisch moratoriuminteresten ontvangen op grond van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, doch slechts op grond van het gemeen recht wat impliceert dat zij moeten aantonen dat er kwade trouw aanwezig is in hoofde van de administratie (artikel 1378 B.W.), ofwel in het andere geval slechts interesten krijgen vanaf het ogenblik van de ingebrekestelling van de Belgische Staat (artikel 1139 B.W.) ?
2. l'article 418 du CIR/92, tel qu'il est applicable depuis l'exercice d'imposition 1999, alloue automatiquement au contribuable des intérêts moratoires sur la base du Code des impôts sur les revenus en cas de restitution d'un accroissement d'impôt dégrevé, alors que les contribuables qui obtiennent au même moment une restitution d'un accroissement d'impôt pour un quelconque exercice antérieur ne perçoivent pas automatiquement des intérêts moratoires sur la base du Code des impôts sur les revenus mais uniquement sur la base du droit commun, ce qui implique qu'ils doivent démontrer l'existence d'une mauvaise foi dans le chef de l'administration (article 1378 du Code civil), ou ne perçoivent, dans l'autre cas, des intérêts qu'à partir du moment de la mise en demeure de l'Etat belge (article 1139 du Code civil) ?

Overwegende dat de werknemers zo snel mogelijk op de hoogte moeten gebracht worden van de wijze waarop zij moeten aantonen dat zij tenminste 20 jaar hebben gewerkt in ploegenarbeid met nachtprestaties overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, om van het stelsel van het conventioneel brugpensioen ingesteld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 maart 1997 te kunnen genieten,
Considérant que les travailleurs doivent être informés sans délai des moyens de preuve qui leur permettent d'établir qu'ils ont travaillé au moins 20 ans en équipes avec des prestations de nuit, conformément à la convention collective de travail n° 46, conclue le 23 mars 1990 et rendue obligatoire par l'arrêté royal du 10 mai 1990, pour pouvoir bénéficier du régime de la prépension conventionnelle instauré par l'article 2 de l'arrêté royal du 21 mars 1997,