15. dringt aan op het opstellen van goede praktijken voor de veehouderij om het AMR-gevaar tot een minimum te beperken; benadrukt dat deze praktijken vooral moeten worden toegepast op jonge dieren die worden samengebracht van verschillende fokkers en waarbij het risico van overdraagbare ziekten dus verhoogd is,
15. demande que soient définies des bonnes pratiques pour l'élevage d'animaux en vue de diminuer les risques d'apparition de RAM; souligne que ces pratiques doivent s'appliquer en particulier aux jeunes animaux qui sont amenés en groupes en provenance de différents éleveurs, ce qui augmente le risque d'apparition de maladies contagieuses;