De wetgever is er redelijkerwijs van kunnen uitgaan dat, rekening houdend met dat onderscheid, de geneesheren-specialisten in
de niet-heelkundige esthetische geneeskunde niet ertoe dienen te word
en gemachtigd zware invasieve ingrepen uit te voeren die een opleiding in d
e heelkunde vergen, maar hun dient te worden toegestaan
ingrepen uit te voeren die, hoewel zij heelkundig zijn, voor de pat
...[+++]iënten minder risico's op complicaties inhouden, zoals die welke zijn opgesomd in artikel 10, § 2, 2°, van de bestreden wet.
Le législateur a pu raisonnablement considérer que compte tenu de cette distinction, il convenait de ne pas habiliter les médecins spécialistes en médecine esthétique non chirurgicale à accomplir des actes invasifs lourds, qui requièrent une formation en chirurgie, mais de les autoriser à accomplir des actes qui, bien que chirurgicaux, comportent moins de risques de complications pour les patients, tels ceux qui sont énumérés à l'article 10, § 2, 2°, de la loi attaquée.