In een tweede onderdeel voeren de verzoekende partijen in zaak nr. 2757 de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 154 van de Grondwet, doordat artikel 365, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 8 van de wet van 27 december 2002, bij de berekening van de geldelijke anciënniteit van magistraten de ervaring in de privé-sector of als zelfstandige beperkt tot
een maximum van zes jaren, terwijl die beperking niet geldt betreffende ervaring die werd verworven in het onderwijs, de tijd van ambtsvervulling bij de Raad van State of de duur van de diens
...[+++]t als ambtenaar.Dans une deuxième branche, les parties requérantes dans l'affaire n° 2757 invoquent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 154 de la Constitution, en ce que l'article 365, § 2, du Code judiciaire, modifié par l'article 8 de la loi du 27 décembre 2002, limite à un maximum de six années, pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire des magistrats, l'expérience dans le secteur privé ou en tant qu'indépendant
, alors que cette limitation ne s'applique pas en ce qui concerne l'expérience acquise dans l'enseignement, la durée des fonctions exercées au Conseil d'Etat ou la durée des services prestés
...[+++] en tant que fonctionnaire.