Dit hoofdstuk is ingedeeld in zes afdelingen die achtereenvolgens betrekking hebben op de betichting van valsheid (artikel 126), de tussenkomst (artikelen 127 tot 130), de hervatting van het geding (artikelen 131 tot 134), de afstand van het geding (artikel 135), de samenhang (artikelen 136 en 137) en de wraking (artikelen 138 tot 141).
Ce chapitre est divisé en six sections qui concernent successivement l'inscription de faux (article 126), l'intervention (articles 127 à 130), la reprise d'instance (articles 131 à 134), le désistement (article 135), la connexité (articles 136 et 137) et la récusation (articles 138 à 141).