Het eerste betreft het recht van in de Europese Unie (EU) gevestigde ondernemingen om met behulp van hun personeel van buiten de EU dat legaal in de EU woont, diensten in een andere lidstaat te verrichten, terwijl het tweede over in de EU gevestigde, niet-communautaire zelfstandigen gaat.
La première vise le droit des entreprises établies à l'intérieur de l'Union européenne (UE) de prester des services dans un autre Etat membre à l'aide de leur personnel non communautaire, légalement établi à l'intérieur de l'UE.