De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de verschillende behandeling, als gevolg van de toepassing van dat artikel 4, van de zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit starten, enerzijds, en van de werknemers en de personeelsleden van de openbare diensten die hun beroepsactiviteiten starten, anderzijds.
Le juge a quo interroge la Cour au sujet de la différence de traitement, qui résulte de l'application de cet article 4, entre les travailleurs indépendants qui commencent leur activité d'indépendant, d'une part, et les travailleurs salariés et les agents des services publics qui commencent leurs activités professionnelles, d'autre part.