6. a) Wanneer naar genoegen van de bevoegde autoriteit wordt aangetoond dat bepaalde in de inrichting aanwezige stoffen of een deel van de inrichting zelf geen gevaar voor een zwaar ongeval kunnen opleveren, kan de Lid-Staat overeenkomstig de onder b) bedoelde criteria de voor het veiligheidsrapport verlangde gegevens beperken tot die welke van belang zijn voor de preventie van de resterende gevaren voor zware ongevallen en voor de beperking van de gevolgen daarvan voor mens en milieu.
6. a) Lorsqu'il est établi, à la satisfaction de l'autorité compétente, que des substances particulières se trouvant dans l'établissement ou qu'une partie quelconque de l'établissement lui-même ne sauraient créer un danger d'accident majeur, l'État membre peut, conformément aux critères visés au point b), limiter les informations requises dans les rapports de sécurité aux informations relatives à la prévention des dangers résiduels d'accidents majeurs et à la limitation de leurs conséquences pour l'homme et l'environnement.