Die vernietiging belet niet dat de wetgever, onder meer « in het belang van het economisch welzijn van het land », zou kunnen bepalen dat de ouders zelf in staat moeten zijn in hun onderhoud en hun huisvesting te voorzien, indien zij zich bij hun minderjarig kind willen voegen.
Cette annulation n'empêche pas que le législateur puisse prévoir, notamment « dans l'intérêt du bien-être économique du pays », que les parents doivent eux-mêmes être en mesure de pourvoir à leur entretien et à leur logement, s'ils veulent rejoindre leur enfant mineur.