De in het eerste lid bedoelde personeelsleden blijven onder de statutaire wetten en reglementen vallen die van toepassing zijn op h
et personeel van de zeevaartpolitie en van de luchtvaartpolitie op het door de Koning te bepalen tijdstip, met inachtneming van de beperkingen bepaald bij artikel 12 bis. De bevoegdheden die deze wetten en reglementen toekennen aan de Minister die de betrokken politiedienst onder zijn bevoegdheid heeft, aan de personeelsleden van die politiedienst en, in voorkomend geval, aa
n andere overheden, worden uitgeoefend door de ...[+++] Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen rijkswachtoverheid.
Les membres du personnel visés à l'alinéa 1 restent soumis aux lois et règlements statutaires qui sont applicables au personnel de la police maritime et de la police aéronautique au moment déterminé par le Roi, en tenant compte des limitations définies à l'article 12 bis. Les compétences que ces lois et règlements attribuent au Ministre dont le service de police concerné relève, aux membres du personnel de ce service de police et, le cas échéant, à d'autres autorités, sont exercées par le Ministre de l'Intérieur ou l'autorité de gendarmerie qu'Il désigne.