Het Klimaatverdrag zelf bevatte slechts een zeer zwak geformuleerde kwantitatieve doelstelling tot stabilisatie van de emissies van de geïndustrialiseerde landen tegen het einde van het decennium ten overstaan van 1990.
La Convention sur les changements climatiques ne comprenait qu'un objectif quantitatif très vague de stabilisation par rapport à 1990 des émissions des pays industrialisés d'ici la fin de la décennie.