Overwegende dat de voor de instandhouding van de antigeenreserve verantwoordelijke national
e instituten moeten samenwerken met het Communautair Cooerdinatie-instituut voor mond- en klauwzeervaccins dat is aangewezen bij Beschikking 91/665/EEG (3), ten einde het immuniserend vermogen, de veiligheid en de stabiliteit van het antigeen en van de daarmee bereide vaccins
te garanderen en er tevens op toe te zien dat de opgeslagen hoeveelheden en subtypes zijn afgestemd op het risico, daarbij uitgaande van met name de informatie die is verkr
...[+++]egen van het referentielaboratorium voor de identificatie van het mond- en klauwzeervirus dat is aangewezen bij Beschikking 89/531/EEG (4);
considérant que les instituts nationaux chargés de conserver la réserve d'antigènes doivent coopérer avec l'institut de coordination communautaire pour les vaccins antiaphteux, désigné par la décision 91/665/CEE (3) pour garantir l'efficacité, la sûreté et la stabilité de l'antigène et des vaccins produits à partir de cet antigène, et pour garantir que la quantité et les sous-types conservés sont appropriés au risque, sur la base notamment d'informations fournies par le laboratoire de référence pour l'identification du virus de la fièvre aphteuse, désigné par la décision 89/531/CEE (4);