herinnert aan het in
de EU-richtsnoeren ingenomen standpunt op grond waarvan, waar nodig, overwogen zal worden een beroep te doen op de diensten van de Inter
nationale Commissie voor feitenonderzoek (IHFFC), ingesteld bij het aanvullend protocol I bij de Verdragen van Genève van 1949, die met haar capaciteit op het gebied van feitenonderzoek en „goede diensten” de inachtneming van het IHR kan helpen verbeteren; betreurt dat van de diensten van het IHFFC geen gebruik is gemaakt en dringt er bij de betrokken partije
...[+++]n op aan te overwegen dit wel te doen; verzoekt alle EU-lidstaten om de bevoegdheid van de IHFFC te erkennen.rappelle la position exprimée dans les lignes directrices de l'Union selon laquelle il sera envisagé, s'il y a lieu, de s'appuyer sur les services de la Commission internationale humanitaire d'établissement des faits (CIHEF), constituée en vertu du protocole additionnel I aux conventions de Genèv
e de 1949, laquelle peut contribuer à promouvoir le respect du droit international humanitaire grâce à ses compétences en matière d'établissement des faits et à sa fonction de conciliation; regrette qu'il n'ait pas été fait recours aux services de la CIHEF et demande aux parties concernées d'envisager son activation; invite tous les États membr
...[+++]es de l'Union à reconnaître la compétence de la CIHEF.