Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zaak t-129 00 heeft " (Nederlands → Frans) :

Ingevolge het Seeling-arrest van 8 mei 2003 (zaak C-269/00) kan een belastingplichtige natuurlijke persoon die een onroerend bedrijfsmiddel zowel voor de doeleinden van zijn economische werkzaamheid als voor privédoeleinden gebruikt, de BTW op de bouw of aankoop van dit goed volledig en onmiddellijk in aftrek brengen, op voorwaarde dat hij dit goed volledig in het vermogen van zijn onderneming heeft opgenomen.

Suite à l'arrêt Seeling du 8 mai 2003 (affaire C-269/00), un assujetti personne physique qui utilise un bien d'investissement immeuble tant pour les besoins de son activité économique que pour ses besoins privés, peut déduire intégralement et immédiatement la TVA ayant grevé l'érection ou l'acquisition de ce bien, à condition que cet assujetti ait intégré totalement ce bien au patrimoine de son entreprise.


Ingevolge het Seeling-arrest van 8 mei 2003 (zaak C-269/00) kan een belastingplichtige natuurlijke persoon die een onroerend bedrijfsmiddel zowel voor de doeleinden van zijn economische werkzaamheid als voor privédoeleinden gebruikt, de BTW op de bouw of aankoop van dit goed volledig en onmiddellijk in aftrek brengen, op voorwaarde dat hij dit goed volledig in het vermogen van zijn onderneming heeft opgenomen.

Suite à l'arrêt Seeling du 8 mai 2003 (affaire C-269/00), un assujetti personne physique qui utilise un bien d'investissement immeuble tant pour les besoins de son activité économique que pour ses besoins privés, peut déduire intégralement et immédiatement la TVA ayant grevé l'érection ou l'acquisition de ce bien, à condition que cet assujetti ait intégré totalement ce bien au patrimoine de son entreprise.


De uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 24 juli 2003 in de zaak C-280/00 Altmark heeft uitgewezen dat financiering ter compensatie van openbare dienstverplichtingen geen staatssteun is en behoeft daarmee niet te worden aangemeld bij de Commissie mits cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan :

Dans sa décision du 24 juillet 2003 concernant l'affaire C-280/00 Altmark, la Cour de justice a jugé que le financement visant à compenser la prestation d'obligations de service public ne constituait pas une aide d'État et ne devait dès lors pas être notifié à la Commission, pour autant qu'il soit satisfait aux conditions cumulatives suivantes:


In het arrest in zaak T-129/00 heeft het Gerecht geoordeeld dat de kamer van beroep van het BHIM terecht had geconcludeerd dat het aangevraagde driedimensionale merk elk onderscheidend vermogen mist in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94, en wel op de volgende gronden:

Dans l’arrêt T‑129/00, le Tribunal a jugé que la chambre de recours de l’OHMI avait conclu à juste titre que la marque tridimensionnelle dont l’enregistrement est demandé est dépourvue de caractère distinctif au sens de l’article 7, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94, et ce pour les motifs suivants:


In zijn arrest Larsy/RSVS van 28 juni 2001 (Zaak C-118/00), heeft het Hof voor recht verklaard dat de schending van het gemeenschapsrecht door het RSVZ voldoende gekwalificeerd is om tot het betalen van schadevergoeding te worden veroordeeld omdat het, in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie, een definitief geworden besluit gebaseerd op een onjuiste uitlegging van het gemeenschapsrecht, niet had herzien.

Dans son arrêt Larsy/Inasti du 28 juin 2001 (Aff. C-118/00), la Cour de justice a dit pour droit que l'INASTI avait commis une violation suffisamment caractérisée du droit communautaire, engageant sa responsabilité en dommages et intérêts, en s'abstenant de revoir, à la lumière de la jurisprudence de la Cour de justice, une décision définitive fondée sur une interprétation du droit communautaire condamnée ultérieurement par cette jurisprudence.


« Schendt artikel 28, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, zoals het bestond vóór de wijziging ervan bij de wet van 19 juli 2001, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet en roept het geen verschil in behandeling in het leven dat niet objectief verantwoord is, doordat het de bepalingen betreffende de verjaring van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag ten laste van een gerechtigde op een tegemoetkoming voor hulp van derden volgens het oude stelsel en meer in het bijzonder artikel 21, § 3, vierde lid, van de wet van 13 juni 1966 van toepassing ...[+++]

« L'article 28, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés, tel qu'il existait avant sa modification par la loi du 19 juillet 2001, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée et ne crée-t-il pas une différence de traitement non justifiée objectivement en ce qu'il laisse d'application les dispositions relatives à la prescription d'un indu à charge d'un bénéficiaire d'allocation pour l'aide d'une tierce personne dite de l'ancien régime et plus particulièrement l'article 21, § 3, alinéa 4, de la loi du 13 juin 1966 alors que la Cour d'arbitrage, par son arrêt du 6 décembre 2000 ...[+++]


Het Hof heeft met name in zaak C-618/10 onder verwijzing naar zaak C-473/00 geoordeeld dat het doeltreffendheidsbeginsel zich verzet tegen een regeling van een lidstaat, op grond waarvan een rechter, zelfs indien hij daartoe over de nodige gegevens ten aanzien van het recht en van de feiten beschikt, niet ambtshalve, wanneer de consument geen verzet heeft aangetekend, kan nagaan of een beding over moratoire interesten in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument oneerlijk is.

La Cour a expressément jugé dans l’affaire C-618/10, en faisant référence à l’affaire C-473/00, que le principe d’effectivité s’opposait à une réglementation nationale ne permettant pas à la juridiction compétente, en l'absence d'opposition formée par un consommateur, d’apprécier d’office, alors même qu'elle dispose déjà des éléments de droit et de fait nécessaires à cet effet, le caractère abusif d’une clause d'intérêts moratoires contenue dans un contrat conclu entre un professionnel et ce consommateur.


Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft in zijn arrest Kuhne & Heitz van 13 januari 2004 (Zaak C-453/00), voor recht verklaard dat de bestuursorganen kunnen worden verplicht definitief geworden besluiten opnieuw te onderzoeken indien uit latere arresten van het Hof blijk dat die besluiten waren gebaseerd op een onjuiste uitlegging van het gemeenschapsrecht.

Dans son arrêt Kuhne & Heitz du 13 janvier 2004 (Aff. C-453/00), la Cour de justice des Communautés européennes a dit pour droit que les autorités administratives d'un État membre étaient tenues de procéder à la révision des décisions administratives, même définitives, dont il apparaît qu'elles reposent sur une interprétation du droit communautaire ultérieurement condamnée par la Cour de justice.


« Schendt artikel 28, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, zoals het bestond vóór de wijziging ervan bij de wet van 19 juli 2001, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet en roept het geen verschil in behandeling in het leven dat niet objectief verantwoord is, doordat het de bepalingen betreffende de verjaring van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag ten laste van een gerechtigde op een tegemoetkoming voor hulp van derden volgens het oude stelsel en meer in het bijzonder artikel 21, § 3, vierde lid, van de wet van 13 juni 1966 van toepassing ...[+++]

« L'article 28, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés, tel qu'il existait avant sa modification par la loi du 19 juillet 2001, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée et ne crée-t-il pas une différence de traitement non justifiée objectivement en ce qu'il laisse d'application les dispositions relatives à la prescription d'un indu à charge d'un bénéficiaire d'allocation pour l'aide d'une tierce personne dite de l'ancien régime et plus particulièrement l'article 21, § 3, alinéa 4, de la loi du 13 juin 1966 alors que la Cour d'arbitrage, par son arrêt du 6 décembre 2000 ...[+++]


Bij verzoekschriften, neergelegd ter griffie van het Hof op 6 december 2001, heeft Procter Gamble Company (hierna: „Procter Gamble”) krachtens artikel 49 van het Statuut-EG van het Hof van Justitie hogere voorziening ingesteld tegen de arresten van het Gerecht van eerste aanleg van 19 september 2001, Procter Gamble/BHIM (Vierkant tablet met inzetstuk) (T-128/00, Jurispr. blz. II-2785; hierna: „arrest T-128/00”), en Procter Gamble/BHIM (Rechthoekig tablet met inzetstuk) (T-129/00, Jurispr. blz. II-2793; hierna: „ ...[+++]

Par requêtes déposées au greffe de la Cour le 6 décembre 2001, Procter Gamble Company (ci‑après «Procter Gamble») a, en vertu de l’article 49 du statut CE de la Cour de justice, formé deux pourvois contre les arrêts du Tribunal de première instance du 19 septembre 2001, Procter Gamble/OHMI (tablette carrée avec incrustation) (T‑128/00, Rec. p. II‑2785, ci‑après l’«arrêt T‑128/00»), et Procter Gamble/OHMI (tablette rectangulaire avec incrustation) (T‑129/00, Rec. p. II‑2793, ci‑après l’«arrêt T‑129/00») (ci‑après, ensemble, les «arrêts attaqués»), par lesquels le Tribunal a rejeté partiellement ses recours tendant à l’annulation des décis ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : mei 2003 zaak     mei     onderneming heeft     zaak     juli     c-280 00 altmark heeft     arrest in zaak     zaak t-129     zaak t-129 00 heeft     juni 2001 zaak     juni     heeft     toepassing laat     name in zaak     hof heeft     januari 2004 zaak     januari     europese gemeenschappen heeft     gerecht haar     t-129     december     december 2001 heeft     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak t-129 00 heeft' ->

Date index: 2024-05-03
w