Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zaak kraaijeveld c-431 " (Nederlands → Frans) :

Inmiddels is er verhelderende jurisprudentie met betrekking tot deze kwesties, met name C-72/95 (de zaak Kraaijeveld), C-431/92 (de zaak Grosskrotzenburg), C-392/96 (Commissie/Ierland) en C-435/97 (de zaak Bozen).

On dispose désormais d'une jurisprudence utile à ce propos, notamment depuis les affaires C-72/95 (« digues hollandaises »), C-431/92 (Grosskrotzenburg), C-392/96 (Commission contre Irlande) et C-435/97 (World Wildlife Fund e.a. contre Autonome Provinz Bozen e.a (Bozen).


In C-431/92 (de zaak Grosskrotzenburg) en C-72/95 (de zaak Kraaijeveld) ging het EHvJ ook in op wijzigingen of uitbreidingen van projecten en oordeelde dat wijzigingen of uitbreidingen van bestaande projecten aan een m.e.r. moesten worden onderworpen als ze door hun omvang of schaal of andere factoren onder de m.e.r.-plicht voor een nieuw project van dat type zouden vallen.

Dans les arrêts Grosskrotzenburg (C-431/92) et « digues hollandaises » (C-72/95), la CJCE s'est également penchée sur les modifications et extensions de projets, pour conclure que les ajouts ou extensions à des projets existants doivent faire l'objet d'une EIE dès lors que leur dimension, leur taille ou tout autre facteur correspond à un critère d'exigence d'une EIE pour un nouveau projet du même type.


De zaak Kraaijeveld maakte duidelijk dat de discretionaire bevoegdheden die de richtlijn biedt, niet mogen worden gebruikt om afbreuk te doen aan de algemene bepalingen van de richtlijn zoals opgenomen in artikel 2, lid 1, namelijk dat alle projecten in bijlage II aan een m.e.r. moeten worden onderworpen indien ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. In de praktijk betekent dit dat alle projecten van bijlage II moeten worden 'gescreend' (d.w.z. op basis van drempelwaarden en/of onderzoek per geval).

L'arrêt « digues hollandaises » a clairement établi que les pouvoirs discrétionnaires laissés par la directive ne sauraient être invoqués pour déprécier les exigences générales de l'article 2, paragraphe 1, selon lequel tous les projets relevant de l'annexe II doivent faire l'objet d'une EIE dès lors qu'ils sont susceptibles d'avoir des incidences notables sur l'environnement.


2.2.10 Het EHvJ heeft consequent verklaard dat de richtlijn zodanig moest worden uitgelegd dat er sprake was van een ruime werkingssfeer en een zeer breed doel (zie bijvoorbeeld C-72/95, de zaak Kraaijeveld) en dat individuele lidstaten of bevoegde instanties dat doel niet moesten trachten te verengen.

2.2.10 La jurisprudence de la CJCE considère de façon constante que la directive doit être interprétée comme ayant une portée étendue et un objectif très large (voir par exemple l'arrêt « digues hollandaises », C-72/95) et que les États membres ou les autorités compétentes ne doivent pas chercher, dans le cadre de son fonctionnement, à limiter cet objectif.


- C-431/92, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Bondsrepubliek Duitsland (hierna C-431/92, de zaak Grosskrotzenburg).

- C-431/92 Commission des Communautés européennes contre République fédérale d'Allemagne (ci-après C-431/92 ou « arrêt Grosskrotzenburg »).


Inmiddels is er verhelderende jurisprudentie met betrekking tot deze kwesties, met name C-72/95 (de zaak Kraaijeveld), C-431/92 (de zaak Grosskrotzenburg), C-392/96 (Commissie/Ierland) en C-435/97 (de zaak Bozen).

On dispose désormais d'une jurisprudence utile à ce propos, notamment depuis les affaires C-72/95 (« digues hollandaises »), C-431/92 (Grosskrotzenburg), C-392/96 (Commission contre Irlande) et C-435/97 (World Wildlife Fund e.a. contre Autonome Provinz Bozen e.a (Bozen).


In C-431/92 (de zaak Grosskrotzenburg) en C-72/95 (de zaak Kraaijeveld) ging het EHvJ ook in op wijzigingen of uitbreidingen van projecten en oordeelde dat wijzigingen of uitbreidingen van bestaande projecten aan een m.e.r. moesten worden onderworpen als ze door hun omvang of schaal of andere factoren onder de m.e.r.-plicht voor een nieuw project van dat type zouden vallen.

Dans les arrêts Grosskrotzenburg (C-431/92) et « digues hollandaises » (C-72/95), la CJCE s'est également penchée sur les modifications et extensions de projets, pour conclure que les ajouts ou extensions à des projets existants doivent faire l'objet d'une EIE dès lors que leur dimension, leur taille ou tout autre facteur correspond à un critère d'exigence d'une EIE pour un nouveau projet du même type.


- C-72/95, Aannemersbedrijf P.K. Kraaijeveld BV e.a. tegen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (hierna C-72/95, de zaak Kraaijeveld);

- C-72/95 Aannemersbedrijf P.K. Kraaijeveld BV e.a. contre Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (ci-après C-72/95 ou arrêt « digues hollandaises ») ;


2.2.10 Het EHvJ heeft consequent verklaard dat de richtlijn zodanig moest worden uitgelegd dat er sprake was van een ruime werkingssfeer en een zeer breed doel (zie bijvoorbeeld C-72/95, de zaak Kraaijeveld) en dat individuele lidstaten of bevoegde instanties dat doel niet moesten trachten te verengen.

2.2.10 La jurisprudence de la CJCE considère de façon constante que la directive doit être interprétée comme ayant une portée étendue et un objectif très large (voir par exemple l'arrêt « digues hollandaises », C-72/95) et que les États membres ou les autorités compétentes ne doivent pas chercher, dans le cadre de son fonctionnement, à limiter cet objectif.


De zaak Kraaijeveld maakte duidelijk dat de discretionaire bevoegdheden die de richtlijn biedt, niet mogen worden gebruikt om afbreuk te doen aan de algemene bepalingen van de richtlijn zoals opgenomen in artikel 2, lid 1, namelijk dat alle projecten in bijlage II aan een m.e.r. moeten worden onderworpen indien ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. In de praktijk betekent dit dat alle projecten van bijlage II moeten worden 'gescreend' (d.w.z. op basis van drempelwaarden en/of onderzoek per geval).

L'arrêt « digues hollandaises » a clairement établi que les pouvoirs discrétionnaires laissés par la directive ne sauraient être invoqués pour déprécier les exigences générales de l'article 2, paragraphe 1, selon lequel tous les projets relevant de l'annexe II doivent faire l'objet d'une EIE dès lors qu'ils sont susceptibles d'avoir des incidences notables sur l'environnement.




Anderen hebben gezocht naar : c-72 95 de zaak     zaak kraaijeveld c-431     c-431 92 de zaak     c-431     zaak     zaak kraaijeveld     kraaijeveld     zaak kraaijeveld c-431     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak kraaijeveld c-431' ->

Date index: 2021-05-09
w