Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zaak c-383 10 heeft " (Nederlands → Frans) :

In zijn uitspraak van 10 september 2013 in zaak C- 383/13 PPU (G en R) heeft het Hof bevestigd dat de rechten van de verdediging moeten worden geëerbiedigd wanneer beslist wordt over de verlenging van de bewaring.

Dans son arrêt du 10 septembre 2013 dans l’affaire C-383/13 PPU (G et R), la Cour de justice a confirmé que les droits de la défense doivent être respectés lorsque la prolongation d'une mesure de rétention est décidée.


In dit verband is het belangrijk te benadrukken dat het Europees Hof van Justitie in zijn arrest in zaak C-383/13 PPU (G en R)[24] heeft bevestigd dat de in artikel 41, lid 2, van het EU-Handvest bedoelde rechten van de verdediging (het recht te worden gehoord en het recht om inzage te krijgen in het dossier) bij beslissingen op grond van de terugkeerrichtlijn moeten worden geëerbiedigd, ook wanneer die rechten niet uitdrukkelijk zijn vastgelegd in de richtlijn.

À cet égard, il est important de souligner que la CJUE, dans son arrêt dans l’affaire C-383/13 PPU (G et R)[24], a confirmé que les droits de la défense visés à l’article 41, paragraphe 2, de la charte des droits fondamentaux de l’UE (le droit d’être entendu et le droit d’avoir accès au dossier) doivent être respectés lorsqu'une décision est arrêtée au titre de la directive sur le retour, même si ladite directive ne prévoit pas expressément une telle formalité.


Bij zijn arrest van 6 juni 2013 (zaak C-383/10) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie, naar aanleiding van een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 258 van het VWEU, uitspraak gedaan over de belastingvrijstelling die uitsluitend geldt voor door Belgische banken betaalde interesten.

Par son arrêt du 6 juin 2013 (affaire C-383/10), la Cour de justice de l'Union européenne s'est prononcée, à l'occasion d'un recours en manquement au titre de l'article 258 du TFUE, sur l'exonération fiscale réservée uniquement aux intérêts payés par les banques belges.


Bij schrijven van de griffie van het Hof van Justitie van de Europese Unie ontvangen op 21 juni 2013 werd aan het Hof gevraagd om aan het Hof van Justitie van de Europese Unie mee te delen of het, in het licht van het arrest dat het Hof van Justitie van de Europese Unie op 6 juni 2013 in de zaak C-383/10 heeft gewezen, zijn prejudiciële verwijzing wenste te handhaven.

Par courrier du greffe de la Cour de justice de l'Union européenne reçu le 21 juin 2013, il a été demandé à la Cour d'indiquer à la Cour de justice de l'Union européenne si, à la lumière de l'arrêt rendu par celle-ci le 6 juin 2013 dans l'affaire C-383/10, elle souhaitait maintenir son renvoi préjudiciel.


4. In zijn arrest in de zaak FFSA van 27 februari 1997 [2] en in de zaak SIC van 10 mei 2000 [3], verklaarde het Gerecht van eerste aanleg van de Gemeenschappen dat "de toekenning door de overheid van een financieel voordeel aan een onderneming ter compensatie van de openbaredienstverplichtingen die de onderneming op zich zou hebben genomen, heeft geen gevolgen voor de kwalificatie van deze maatregel als steunmaatregel in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, ongeacht de in aanmerkingneming van dit element bij het onderzoek v ...[+++]

4. Dans ses arrêts FFSA du 27 février 1997 [2], et SIC du 10 mai 2000 [3], le Tribunal de Première Instance des Communautés (TPI), a considéré que « la circonstance qu'un avantage financier soit octroyé à une entreprise par les autorités publiques pour compenser le coût des obligations de service public prétendument assumées par ladite entreprise, est sans incidence sur la qualification de cette mesure d'aide au sens de l'article 87 paragraphe 1 du traité, sans préjudice de la prise en compte de cet élément dans le cadre de l'examen de la compatibilité de l'aide en cause avec le marché commun, au titre de l'article 86 paragraphe 2 du tra ...[+++]


Bij beschikking van 10 oktober 2013 heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 12 november 2013, na de partijen te hebben uitgenodigd om, in een uiterlijk op 5 november 2013 in te dienen aanvullende memorie, waarvan ze een kopie laten toekomen aan de andere partijen binnen dezelfde termijn, hun eventuele opmerkingen te formuleren naar aanleiding van, enerzijds, de aanneming van de programmawet van 27 december 2012, die met name de artikelen 174/1 en 313 van het WIB 1992 wijzigt, en, anderzijds, het voormelde arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 juni 2013 in de zaak ...[+++]

Par ordonnance du 10 octobre 2013, la Cour a fixé l'audience au 12 novembre 2013, après avoir invité les parties à exposer, dans un mémoire complémentaire à introduire le 5 novembre 2013 au plus tard et dont elles échangeraient une copie dans le même délai, leurs observations éventuelles à la suite, d'une part, de l'adoption de la loi-programme du 27 décembre 2012 qui, notamment, modifie les articles 174/1 et 313 du CIR 1992 et, d'autre part, de l'arrêt précité de la Cour de justice de l'Union européenne du 6 juin 2013 dans l'affaire C-383/10.


In zijn uitspraak van 10 september 2013 in zaak C- 383/13 PPU (G en R) heeft het Hof bevestigd dat de rechten van de verdediging moeten worden geëerbiedigd wanneer beslist wordt over de verlenging van de bewaring.

Dans son arrêt du 10 septembre 2013 dans l’affaire C-383/13 PPU (G et R), la Cour de justice a confirmé que les droits de la défense doivent être respectés lorsque la prolongation d'une mesure de rétention est décidée.


In dit verband is het belangrijk te benadrukken dat het Europees Hof van Justitie in zijn arrest in zaak C-383/13 PPU (G en R)[24] heeft bevestigd dat de in artikel 41, lid 2, van het EU-Handvest bedoelde rechten van de verdediging (het recht te worden gehoord en het recht om inzage te krijgen in het dossier) bij beslissingen op grond van de terugkeerrichtlijn moeten worden geëerbiedigd, ook wanneer die rechten niet uitdrukkelijk zijn vastgelegd in de richtlijn.

À cet égard, il est important de souligner que la CJUE, dans son arrêt dans l’affaire C-383/13 PPU (G et R)[24], a confirmé que les droits de la défense visés à l’article 41, paragraphe 2, de la charte des droits fondamentaux de l’UE (le droit d’être entendu et le droit d’avoir accès au dossier) doivent être respectés lorsqu'une décision est arrêtée au titre de la directive sur le retour, même si ladite directive ne prévoit pas expressément une telle formalité.


Het Hof heeft met name in zaak C-618/10 onder verwijzing naar zaak C-473/00 geoordeeld dat het doeltreffendheidsbeginsel zich verzet tegen een regeling van een lidstaat, op grond waarvan een rechter, zelfs indien hij daartoe over de nodige gegevens ten aanzien van het recht en van de feiten beschikt, niet ambtshalve, wanneer de consument geen verzet heeft aangetekend, kan nagaan of een beding over moratoire interesten in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument oneerlijk is.

La Cour a expressément jugé dans l’affaire C-618/10, en faisant référence à l’affaire C-473/00, que le principe d’effectivité s’opposait à une réglementation nationale ne permettant pas à la juridiction compétente, en l'absence d'opposition formée par un consommateur, d’apprécier d’office, alors même qu'elle dispose déjà des éléments de droit et de fait nécessaires à cet effet, le caractère abusif d’une clause d'intérêts moratoires contenue dans un contrat conclu entre un professionnel et ce consommateur.


In zaak C-618/10, Banco Español, onderscheidt het Hof duidelijk de specifieke situatie vóór het indienen van een verweerschrift van de andere situaties.Deze zaak betrof de vaststelling van de bevoegdheden van de nationale rechter op grond van de bepalingen van Richtlijn 93/13/EEG in het kader van een betalingsbevelprocedure, voordat de consument verzet heeft aangetekend.

Dans l’affaire C-618/10, Banco Español, la situation dans laquelle il n'a pas encore été formé d'opposition dans une procédure d'injonction de paiement est clairement distinguée par la Cour des autres situations.Cette affaire concernait la définition des responsabilités incombant à la juridiction nationale, en vertu des dispositions de la directive 93/13/CEE, dans le cadre d'une procédure d’injonction de payer, avant que le consommateur ait formé opposition.




Anderen hebben gezocht naar : in zaak     heeft     arrest in zaak     zaak c-383     24 heeft     juni 2013 zaak     zaak     zaak c-383 10 heeft     hebben genomen heeft     oktober 2013 heeft     name in zaak     hof heeft     consument verzet heeft     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak c-383 10 heeft' ->

Date index: 2023-06-24
w