Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zaak c-251 04 " (Nederlands → Frans) :

(4) HJEG, 11 maart 2006, Federation of Technological Industries e.a (zaak C-384/04).

(4) CJCE, 11 mars 2006, Federation of Technological Industries e.a., C-384/04.


Volgens de memorie van toelichting bij de programmawet van 20 juli 2006 (2) is deze bepaling gebaseerd op artikel 21, lid 3, van de zesde BTW-richtlijn (3) , luidens hetwelk « de lidstaten (kunnen) bepalen dat een andere persoon dan degene die tot voldoening van de belasting is gehouden, hoofdelijk verplicht is de BTW te voldoen », alsmede op de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen omtrent dit artikel heeft gegeven in zijn arrest Federation of Technological Industries e.a. van 11 mei 2006 (zaak C-384/04), omtrent Britse wetgeving waarop de nieuwe Belgische bepaling geïnspireerd is.

Suivant l'exposé des motifs de la loi-programme du 20 juillet 2006 (2) , cette disposition est fondée sur l'article 21.3 de la sixième directive TVA (3) selon lequel « les États membres peuvent prévoir qu'une personne autre que le redevable est solidairement tenue d'acquitter la taxe », et sur l'interprétation que la Cour de Justice des Communautés européennes a donné de cet article dans son arrêt Federation of Technological Industries e.a. du 11 mai 2006 (aff. C-384/04), à propos d'une législation britannique dont la nouvelle disposition belge est inspirée.


Volgens de memorie van toelichting bij de programmawet van 20 juli 2006 (2) is deze bepaling gebaseerd op artikel 21, lid 3, van de zesde BTW-richtlijn (3) , luidens hetwelk « de lidstaten (kunnen) bepalen dat een andere persoon dan degene die tot voldoening van de belasting is gehouden, hoofdelijk verplicht is de BTW te voldoen », alsmede op de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen omtrent dit artikel heeft gegeven in zijn arrest Federation of Technological Industries e.a. van 11 mei 2006 (zaak C-384/04), omtrent Britse wetgeving waarop de nieuwe Belgische bepaling geïnspireerd is.

Suivant l'exposé des motifs de la loi-programme du 20 juillet 2006 (2) , cette disposition est fondée sur l'article 21.3 de la sixième directive TVA (3) selon lequel « les États membres peuvent prévoir qu'une personne autre que le redevable est solidairement tenue d'acquitter la taxe », et sur l'interprétation que la Cour de Justice des Communautés européennes a donné de cet article dans son arrêt Federation of Technological Industries e.a. du 11 mai 2006 (aff. C-384/04), à propos d'une législation britannique dont la nouvelle disposition belge est inspirée.


(4) HJEG, 11 maart 2006, Federation of Technological Industries e.a (zaak C-384/04).

(4) CJCE, 11 mars 2006, Federation of Technological Industries e.a., C-384/04.


In casu blijkt dat, net als de Nederlandse regeling waarover het ging in de zaak die heeft geleid tot het arrest van 15 juni 2006, Heintz van Landewijck (C-494/04, Jurispr. blz. I-5381, punten 24, 44, 54 en 62), de afwijkende regeling zoals die is vervat in de in het hoofdgeding aan de orde zijnde nationale regeling waardoor de btw kan worden geheven door middel van fiscale bandjes, tot doel en gevolg heeft zowel fraude en misbruik te voorkomen als de heffing van de belasting te vereenvoudigen, zodat deze belasting dankzij deze afwijkende regeling kan worden geheven in één enkele fase van de handelsketen van de producten, doordat de btw ...[+++]

En l'occurrence, il apparaît que, à l'instar du régime néerlandais en cause dans l'affaire ayant donné lieu à l'arrêt du 15 juin 2006, Heintz van Landewijck (C-494/04, Rec. p. I-5381, points 24, 44, 54 et 62), le régime dérogatoire, figurant dans la réglementation nationale en cause au principal et permettant de percevoir la TVA au moyen de bandelettes fiscales, a pour objet et pour effet tant de prévenir les fraudes et abus que de simplifier la perception de la taxe, qui s'effectue, grâce à ce régime dérogatoire, à une seule étape de la chaîne de commercialisation des produits, en prévoyant que la TVA est perçue en même temps que les dr ...[+++]


Bovendien heeft de algemene vergadering op haar buitengewone zitting van 29 januari 2016 akte genomen van het ontslag van Mevr. Michèle LAHAYE en van de vervanging van betrokkene door de heer Antoine BERTRAND. de heer BERTRAND Antoine, rijksregisternummer 86.09.02-359.92 de heer CASIER Martin, rijksregisternummer 87.02.03-277.19 de heer CASTRO Manuel, rijksregisternummer 58.02.07-231.15 de heer CEUX Christian, rijksregisternummer 53.07.27-107.51 de heer COOLS Marc, rijksregisternummer 56.01.01-103.80 de heer CYS Mathias, rijksregisternummer 78.11.02-277.20 de heer DE BRABANTER Jan, rijksregisternummer 56.04.09-001.60 de heer DEMOL Pierre ...[+++]

Par ailleurs, l'Assemblée générale extraordinaire du 29 janvier 2016 a pris acte de la démission de Mme LAHAYE Michèle et de son remplacement par M. BERTRAND Antoine. M. BERTRAND Antoine, numéro du Registre national 86.09.02-359.92 M. CASIER Martin, numéro du Registre national 87.02.03-277.19 M. CASTRO Manuel, numéro du Registre national 58.02.07-231.15 M. CEUX Christian, numéro du Registre national 53.07.27-107.51 M. COOLS Marc, numéro du Registre national 56.01.01-103.80 M. CYS Mathias, numéro du Registre national 78.11.02-277.20 M. DE BRABANTER Jan, numéro du Registre national 56.04.09-001.60 M. DEMOL Pierre, numéro du Registre national 51.06.12-391.71 M. DEROOVER Samuel, numéro du Registre national 80.02.21-221.67 M. DEVOS Raf, numéro d ...[+++]


3. Gerealiseerde ICT-uitgaven voor de werking en investeringen van Binnenlandse Zaken (zonder het gedeelte Asiel Migratie): totaal 2013 voor gerealiseerde vastleggingen: 5.251.426,04 euro; totaal 2013 voor gerealiseerde vereffeningen: 5.197.016,41 euro; totaal 2014 voor gerealiseerde vastleggingen: 6.511.424,34 euro; totaal 2014 voor gerealiseerde vereffeningen: 4.873.083,59 euro; totaal 2015 voor gerealiseerde vastleggingen: 10.108.874,96 euro; totaal 2015 voor gerealiseerde vereffeningen: 5.817.476,26 euro.

3. Dépenses ICT engagées au niveau du fonctionnement et des investissements de l'Intérieur (sans la partie Asile et Migration): total 2013 pour les engagements réalisés: 5.251.426,04 euros; total 2013 pour les liquidations réalisées: 5.197.016,41 euros; total 2014 pour les engagements réalisés: 6.511.424,34 euros; total 2014 pour les liquidations réalisées: 4.873.083,59 euros; total 2015 pour les engagements réalisés: 10.108.874,96 euros; total 2015 pour les liquidations réalisées: 5.817.476,26 euros.


Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A.217.251/X-16.375.

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A.217.251/X-16.375.


Denemarken benadrukt dat het door de Commissie in haar besluit tot inleiding van de onderzoeksprocedure aangehaalde arrest van het Hof van Justitie in zaak C-251/04 fundamenteel geen afbreuk doet aan de door de Commissie aan Denemarken bij de voormelde brief van 11 augustus 2006 verstrekte garanties.

Le Danemark met en avant que la Cour de justice, dans son arrêt relatif à l’affaire C-251/04, cité par la Commission dans sa décision d’ouverture de la procédure d’examen, ne modifie pas la base sur laquelle la Commission s’est fondée pour donner au Danemark l’assurance visée dans sa lettre du 11 août 2006 susmentionnée.


Antwoord : De vastgestelde rechten in het arrest van 5 oktober 2006 gewezen door het HJEG in de zaak C-275/04 betreffen een douaneschuld en vloeien derhalve niet voort uit activiteiten bedoeld in de zesde BTW-richtlijn.

Réponse : Les droits constatés dans l'arrêt rendu par la CJCE le 5 octobre 2006 dans l'affaire C-275/04 concernent une dette douanière et ne découlent dès lors pas d'activités visées par la sixième directive TVA.




Anderen hebben gezocht naar : zaak     mei 2006 zaak     vergadering op haar     euro totaal     justitie in zaak     zaak c-251     zaak c-251 04     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak c-251 04' ->

Date index: 2025-10-06
w