Daarin zijn onder andere de volgende maatregelen opgenomen: ontmoediging van vroegtijdige pensionering en van onterechte pensionering wegens arbeidsongeschiktheid, groei van het aantal contribuanten aan het overheidspensioenstelsel, geleidelijke optrekking van de standaardpensioenleeftijd voor mannen en vrouwen, naar 65 jaar voor mannen in 2015 en naar 63 jaar voor vrouwen in 2030.
Ces réformes consistent à: décourager la préretraite et la retraite d’invalidité injustifiée du point de vue médical; accroître le nombre de personnes qui cotisent au système unitaire de retraite publique, reculer progressivement l’âge normal du départ à la retraite à 65 ans pour les hommes d’ici à 2015 et à 63 ans pour les femmes d’ici à 2030.