Indien de Commissie binnen dezelfde termijn tot de conclusie komt dat het verzoek van de lidstaat niet gegrond is, stelt zij de verzoekende lidstaat daarvan in kennis, met opgave van de redenen en met het verzoek binnen een bepaalde termijn (minstens drie maanden) opmerkingen in te dienen.
Si la Commission conclut, dans le même délai, que la demande de l'État membre n'est pas justifiée, elle en informe l'État membre demandeur en lui expliquant ses motifs et en l'invitant à présenter ses observations dans un délai donné, qui ne peut être inférieur à trois mois.