In het tweede onderdeel van het middel wordt artikel 57bis, § 4, verweten erin te voorzien dat de rechter die de uithandengeving uitspreekt, ook kan bevelen om de betrokken minderjarige te plaatsen in de opvoedingsafdeling van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, en zulks vanaf de dagvaarding tot uithandengeving.
Dans la deuxième branche du moyen, il est reproché à l'article 57bis, § 4, de prévoir que le juge qui prononce le dessaisissement peut aussi ordonner le placement du mineur intéressé dans la section éducation d'un centre fédéral fermé pour mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et ce, à dater de la citation en dessaisissement.