De gezamenlijke verklaring van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Organisatie van de Islamitische Conferentie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van 7 februari was in dit verband van groot belang. Daarin wordt de nadruk vooral gelegd op een verantwoordelijke omgang met religieuze overtuigingen, alsmede op de vrijheid van meningsuiting, waarbij ook de verantwoordelijkheid, de persoonlijke verantwoordelijkheid, van de pers behoort.
La déclaration commune du Secrétaire général des Nations unies, du Secrétaire général de l’Organisation de la Conférence islamique et du Haut Représentant à la politique étrangère et de sécurité commune, le 7 février, a revêtu à cet égard une importance considérable en mettant spécialement l’accent sur une conduite responsable en ce qui concerne les convictions religieuses de chacun, ainsi que sur la liberté d’expression, qui s’assortit d’une responsabilité - une responsabilité personnelle - pour la presse.