Het onderzoekt voornamelijk of de mededeling in overee
nstemming is met de beginselen van finaliteit en proportionaliteit, opgenomen in artikel 23 van de kruispuntbankwet en artikel 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsg
egevens : enerzijds mogen persoonsgegevens slechts worden meegedeeld voor duidelijk omschreven en wettige doeleinden en mogen ze niet worden gebruikt op een wijze die onverenigbaar is met die doel
einden; anderzijds ...[+++]dienen de gegevens, uitgaande van de doeleinden waarvoor ze worden meegedeeld, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn.
Il examine en particulier si la communication est conforme aux principes de finalité et de proportionnalité figurant à l'article 23 de la loi sur la banque-carrefour et à l'article 5 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel. D'une part, les données à caractère personnel ne peuvent faire l'objet d'un traitement que pour des finalités déterminées et légitimes et ne peuvent pas être utilisées de manière incompatible avec ces finalités; d'autre part, elles doivent être adéquates, pertinentes et non excessives par rapport à ces finalités.