153. De leerling herkent op een daarvoor geschikte kaart typische patronen in ruimtelijke spreiding van het wonen, het werken (industrie, landbouw), het vervoer (weg, water), en de recreatie (groen, andere).
153. L'élève reconnaît sur une carte appropriée des formes typiques de dissémination territoriale au niveau de l'habitat, du travail (industrie, agriculture), du transport (routier, naval) et de la récréation (espaces verts et autres).