Een computerprogramma moet
de communicatie en wisselwerking met andere componenten van een computersystee
m en met gebruikers ervan verzorgen en hiervoor is een logische en, waar nodig, fysieke koppeling en interacti
e vereist, waardoor tussen alle elementen van de programmatuur en apparatuur i
n alle door deze te vervullen functies enerzijds ...[+++] e
n andere programmatuur en apparatuur, alsmede de gebruikers anderzijds een passende wisselwerking mogelijk is.