Traduction de «willen weten wat de raad van state verstaat onder indieningsbesluit » (Néerlandais → Français) :

Het lid zou willen weten wat de Raad van State verstaat onder indieningsbesluit.
Le commissaire voudrait savoir ce que le Conseil d'État entend par arrêté de présentation.

In de eerste plaats zou hij willen weten wat de huidige praktijk is van de Raad van State.
L'intervenant aimerait tout d'abord savoir quelle est l'attitude actuelle du Conseil d'État en la matière.

Wat betreft de personeelsleden aangeworven onder een arbeidsovereenkomst en waarvan de overdracht overwogen wordt merkt de Raad van State op dat voor elke betrokkene een aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst zal moeten worden opgemaakt waaruit de instemming van partijen blijkt met de wijziging, ingevolge de overdracht, van essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst, te weten de werkgever en de plaats van tewerkstelling.
En ce qui concerne les membres du personnel engagés sous contrat de travail, dont le transfert est envisagé, le Conseil d'Etat observe qu'un avenant au contrat de travail de chaque membre du personnel concerné devrait être établi pour attester du consentement des parties sur les modifications, du fait du transfert, d'éléments essentiels du contrat de travail, à savoir l'employeur et le lieu de travail.

De verzoekende partijen voeren als derde middel de schending aan, door het bestreden decreet, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht, enerzijds, en de rechterlijke macht en de Raad van State, anderzijds, zoals die onder meer blijkt uit de artikelen 33, 36, 39, 40, 115, § 2, en 160 van de Grondwet, met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met het verbod van machtsafwending, omdat het bestreden decreet « wetens en willens » in een aantal hangende jurisdictionele procedures zou ingrijpen, zonder dat hiervoor enige redelijke verantwoording bestaat.
Les parties requérantes prennent un troisième moyen de la violation, par le décret attaqué, des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec la répartition constitutionnelle des compétences entre le pouvoir législatif, d'une part, et le pouvoir judiciaire et le Conseil d'Etat, d'autre part, telle que celle-ci ressort entre autres des articles 33, 36, 39, 40, 115, § 2, et 160 de la Constitution, et combinés avec les articles 13 et 160 de la Constitution, avec les articles 6, 13 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'interdiction du détournement de pouvoir, parce que le décret attaqué interviendrait « sciemment et volontairement » dans une série de procédures juridictionnelles pendantes, sans qu'existe pour ce faire une justification raisonnable.

De verzoekende partijen voeren als derde middel de schending aan door het bestreden decreet, in het bijzonder de artikelen 3, 5, 6, tweede lid, en 8 ervan, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht, enerzijds, en de rechterlijke macht en de Raad van State, anderzijds, zoals die onder meer blijkt uit de artikelen 33, 36, 39, 40, 115, § 2, en 160 van de Grondwet, met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met het verbod van machtsafwending, omdat het bestreden decreet « wetens en willens » in een aantal hangende jurisdictionele procedures zou ingrijpen, zonder dat hiervoor enige redelijke verantwoording bestaat.
Les parties requérantes prennent un troisième moyen de la violation, par le décret attaqué, et en particulier par ses articles 3, 5, 6, alinéa 2, et 8, des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec la répartition constitutionnelle des compétences entre le pouvoir législatif, d'une part, et le pouvoir judiciaire et le Conseil d'Etat, d'autre part, telle que celle-ci ressort entre autres des articles 33, 36, 39, 40, 115, § 2, et 160 de la Constitution, et combinés avec les articles 13 et 160 de la Constitution, avec les articles 6, 13 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'interdiction du détournement de pouvoir, parce que le décret attaqué interviendrait « sciemment et volontairement » dans une série de procédures juridictionnelles pendantes, sans qu'existe pour ce faire une justification raisonnable.

Wat de reglementen van de raad van de Orde van Advocaten betreft heeft de Raad van State bij arrest van 15 september 1997, gewezen in voltallige zitting, geoordeeld dat hij niet bevoegd is om de reglementen die door de raad van de orde zijn uitgevaardigd nietig te verklaren, net als de door de raad gewezen beslissingen met individuele draagwijdte. Dit is ingegeven door de beweegreden dat de wetgever de handelingen van de instellingen van de Orde van Advocaten aan het toezicht van de bestuursrechtelijke rechter heeft willen onttrekken om ze aan het toezicht van de rechterlijke macht toe te vertrouwen, wat volgt uit de voorbereidende werkzaamheden van het Gerechtelijk Wetboek en het oogmerk van onder meer de artikelen 435, 451, 455, 456, 501, 502, 610 en 611 van hetzelfde wetboek (Raad van State, 15 september 1997, JT , 1997, blz. 820 tot 827).
En ce qui concerne les règlements du conseil de l'Ordre des avocats, le Conseil d'État a décidé, dans un arrêt rendu le 15 septembre 1997 en assemblée générale, que, puisqu'il résulte des travaux préparatoires du Code judiciaire et de l'économie, notamment des articles 435, 451, 455, 456, 501, 502, 610 et 611 de ce code, que le législateur a entendu soustraire les actes des organes de l'Ordre des avocats au contrôle du juge administratif pour les confier à celui du pouvoir judiciaire, les règlements, comme les actes à portée individuelle, pris par le conseil de l'Ordre des avocats, ne relèvent pas de la compétence d'annulation du Conseil d'État (Conseil d'État, 15 septembre 1997, JT , 1997, pp. 820 à 827).

De Raad van State vraagt wat men in Artikel 2 verstaat onder “schoolplichtige” kinderen.
Le Conseil d’État demande ce que l’on entend à l’article 2 par des enfants « scolarisables ».