Vertaling van "willekeurig gekozen groep " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

willekeurig gekozen dieren
animaux randomisés

toevalscijfers | toevalsgehalten | willekeurig gekozen getallen
chiffres tirés au sort | nombres au hasard

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

N. overwegende dat iedere persoon die getuigenis aflegde op de openbare hoorzitting van het Parlement op 24 november 2003, behalve de vertegenwoordiger van een openbare regelgevingsinstantie, getuigde dat regelgeving onnodig is en contraproductief kan zijn; evenwel overwegende dat de door het Parlement uitgenodigde personen geen statistisch gecontroleerde, willekeurig gekozen groep onbevooroordeelde markdeelnemers vormden en dat bovendien sommige zich wellicht hebben laten leiden door de zeer grote invloed die de bureaus zelf uitoefenen op de meningvorming op de markt;
N. considérant que, à l'exception du représentant d'une autorité publique de réglementation, tous les intervenants qui ont été entendus lors de l'audition publique organisée par le Parlement européen le 24 novembre 2003 ont fait valoir qu'une réglementation n'était pas nécessaire et pourrait être contre-productive, mais que les témoins invités par le Parlement ne constituaient pas un échantillon aléatoire représentatif et statistiquement contrôlé des acteurs du marché et que, de plus, certains d'entre eux ont pu subir la très forte influence que les agences exercent sur le consensus du marché,

M. overwegende dat iedere persoon die getuigenis aflegde op de openbare hoorzitting van het Parlement, behalve de vertegenwoordiger van een openbare regelgevingsinstantie, getuigde dat regelgeving onnodig is en contraproductief kan zijn; evenwel overwegende dat de door het Parlement uitgenodigde personen geen statistisch gecontroleerde, willekeurig gekozen groep onbevooroordeelde markdeelnemers vormden en dat bovendien sommige zich wellicht hebben laten leiden door de zeer grote invloed die de kantoren zelf uitoefenen op de meningvorming op de markt;
M. considérant que, à l'exception du représentant d'une autorité publique de réglementation, tous les intervenants qui ont été entendus lors de l'audition publique organisée par le Parlement ont fait valoir qu'une réglementation n'était pas nécessaire et pourrait être contre‑productive, mais que les témoins invités par le Parlement ne constituaient pas un échantillon aléatoire représentatif et statistiquement contrôlé des acteurs du marché et que, de plus, certains d'entre eux ont pu subir la très forte influence que les agences exercent sur le consensus du marché,

« Schendt artikel 7, tweede lid, van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemene nutte, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet op zichzelf beschouwd en samengelezen met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet en de artikelen 6, § 1, en 14, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat door voormeld artikel 7, tweede lid, binnen éénzelfde groep justitiabelen (namelijk de personen die zijn bedoeld in de artikelen 3 en 6 van de wet van 26 juli 1962) een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat en welke niet op een objectief criterium berust, dit verschil in behandeling erin bestaande dat ingevolge een door de onteigenaar alléén genomen geheel éénzijdige en willekeurig in de tijd gekozen subjectieve beslissing om de gerechtelijke fase te doen aanvangen, de ene groep justitiabelen in de mogelijkheid is om de interne en externe wettigheidscontrole van een onteigeningsbesluit te laten geschieden door de Raad van State terwijl de andere groep justitiabelen verplicht is om deze interne en externe wettigheidscontrole van een onteigeningsbesluit te laten geschieden door de Vrederechter, terwijl het vaststaat en niet kan worden betwist dat beide vormen van wettigheidstoetsing niet gelijkwaardig kunnen zijn gelet op de wijze waarop de wettigheidstoetsing die door de Vrederechter wordt uitgeoefend door het voormelde artikel 7, tweede lid, georganiseerd is en deze beide vormen van wettigheidstoetsing evenmin gelijkaardig zijn ?
« L'article 7, alinéa 2, de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité publique viole-t-il le principe constitutionnel d'égalité et le principe de non-discrimination contenus dans les articles 10 et 11 de la Constitution considérés isolément et lus conjointement avec les articles 13 et 160 de la Constitution et avec les articles 6, paragraphe 1, et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'article 7, alinéa 2, précité, instaure, au sein d'un seul et même groupe de justiciables (à savoir les personnes visées aux articles 3 et 6 de la loi du 26 juillet 1962), une différence de traitement pour laquelle il n'existe pas de justification raisonnable et qui ne repose pas sur un critère objectif, cette différence de traitement consistant en ce que, suite à une décision subjective, totalement unilatérale et choisie arbitrairement dans le temps, prise par l'expropriant seul, de faire débuter la phase judiciaire, une catégorie de justiciables a la possibilité de faire procéder par le Conseil d'Etat au contrôle de légalité interne et externe d'un arrêté d'expropriation, cependant que l'autre catégorie de justiciables est obligée de faire procéder à ce contrôle de légalité interne et externe d'un arrêté d'expropriation par le juge de paix, alors qu'il est établi et ne saurait être contesté que les deux formes de contrôle de légalité ne sauraient être équivalentes, compte tenu de la manière dont le contrôle de légalité exercé par le juge de paix est organisé par l'article 7, alinéa 2, précité, et que ces deux formes de contrôle de légalité ne sont pas non plus analogues ?

In de praktijk zullen elke werkdag vóór 17 uur, door de computer in de gekozen groep twee willekeurige gemeenten aangeduid worden, één per provincie voor de eerste vijf groepen waarin telkens vijf verkooppunten zullen aangeduid worden.
En pratique, l'ordinateur désignera chaque jour ouvrable, avant 17 heures, deux communes désignées de manière aléatoire dans le groupe choisi par l'ordinateur, une par province pour les cinq premiers groupes, dans lesquelles 5 points de vente seront choisis.