Indien de Commissie van oordeel is dat nieuwe voorschriften neerkomen op willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van spoorwegvervoersactiviteiten tussen de lidstaten, wordt een aan de betrokken lidstaat gericht besluit aangenomen volgens de procedure van artikel 29, lid 3.
Si la Commission considère qu'une nouvelle règle constitue un moyen de discrimination arbitraire ou une restriction déguisée affectant les opérations de transport ferroviaire entre les États membres, une décision, adressée à l'État membre concerné, est adoptée selon la procédure de réglementation visée à l'article 29, paragraphe 3.