Aangezien de uitoefening van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat inhoudt dat de houder ervan zich in het openbaar voor zijn politieke keuzes inzet en het vertrouwen van de kiezers wil behouden, vermocht de wetgever redelijkerwijze ervan uit te gaan dat beperkingen op het recht een dergelijk mandaat uit te oefenen onontbeerlijk waren voor de uitoefening van gerechtelijke ambten.
L'exercice d'un mandat politique électif impliquant que son titulaire s'engage publiquement en faveur de ses options politiques et cherche à s'attacher la confiance des électeurs, le législateur a pu raisonnablement considérer que des limitations au droit d'exercer un tel mandat étaient indispensables à l'exercice de fonctions judiciaires.