Artikel 7 van de wet van 16 maart 2000 « betreffende het ontslag van bepaalde militairen en d
e verbreking van de dienstneming of wederdienstneming van bepaalde kandidaat-militairen, de vaststelling van de rendementsperiode en het terugvorderen door de Staat van een deel van de door de Staat gedragen kosten voor de vorming en van
een gedeelte van de tijdens de vorming genoten wedden », zoals het is vervangen bij artikel 13 van de wet van 10 januari 2010 « tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschille
...[+++]nde wetten van toepassing op het militair personeel », schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
L'article 7 de la loi du 16 mars 2000 « relative à la démission de certains militaires et à la résiliation de l'engagement ou du rengagement de certains candidats militaires, à la fixation de la période de rendement et à la récupération par l'Etat d'une partie des frais consentis par l'Etat pour la formation et d'une partie des traitements perçus pendant la formation », tel qu'il a été remplacé par l'article 13 de la loi du 10 janvier 2010 « instituant l'engagement volontaire militaire et modifiant diverses lois applicables au personnel militaire », ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.