2° de in § 1 bedoelde vreemdeling ten aanzien van wie een uitvoerbare beslissing of maatregel als bepaald in § 3, eerste lid, 1° werd genomen, wanneer bij het verstrijken van de termijn van twee maanden, die eventueel verlengd werd, de minister of zijn gemachtigde geen enkele beslissing neemt tot verlenging van de termijn;
2° l'étranger visé au § 1 qui fait l'objet d'une décision ou d'une mesure exécutoire prévue au § 3, alinéa 1, 1°, lorsque, à l'expiration du délai de deux mois, éventuellement prolongé, le ministre ou son délégué ne prend aucune décision de prolongation du délai;