De tweede prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 532 van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat die wetsbepaling niet vermeldt voor welke tuchtrechtelijke inbreuken een gerechtsdeurwaarder uit zijn ambt kan worden afgezet, terwijl artikel 533 van hetzelfde Wetboek bepaalt dat slechts gerechtsdeurwaarders die zich bij herhaling rechtstreeks of onrechtstreeks goederen toewijzen waarvan de verkoop hun is opgedragen, uit hun ambt moeten worden afgezet.
La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité de l'article 532 du Code judiciaire avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne précise pas pour quelles infractions disciplinaires un huissier de justice peut être destitué, alors que l'article 533 du Code judiciaire dispose que seuls les huissiers de justice qui, avec récidive, se rendent directement ou indirectement adjudicataires d'objets qu'ils sont chargés de vendre doivent être destitués.