In elke aangezochte Staat past men dus de wetgeving van de verzoekende Staat toe inzake de voorwaarden van ontvankelijkheid van de vordering, de bepaling van het begrip cultuurgoederen en de verjaringstermijnen.
Dans chaque État requis, on applique donc la législation de l'État requérant en ce qui concerne les conditions de recevabilité de l'action, la définition des biens culturels, et les délais de prescription.