Het verschil in behandeling tussen de twee categorieën van vakorganisaties is door de wetgever gewild sinds de aanneming van de wet van 19 december 1974, waarvan artikel 7 aan de representatieve organisaties het recht voorbehoudt om zitting te hebben « in het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten, in het comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten en in het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten ».
La différence de traitement entre les deux catégories d'organisations syndicales a été voulue par le législateur dès l'adoption de la loi du 19 décembre 1974, dont l'article 7 réserve aux organisations représentatives le droit de siéger « dans le comité commun à l'ensemble des services publics, dans le comité des services publics fédéraux, communautaires et régionaux, ainsi que dans le comité des services publics provinciaux et locaux ».
