3. Iedere partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig zijn om haar in staat te stellen de hulpmiddelen en opbrengsten van in overeenstemming met de artikelen 18 en 20, onder a), van dit verdrag strafbaar gestelde feiten of voorwerpen waarvan de waarde overeenkomt met die van de opbrengsten verbeurd te verklaren of anderszins te ontnemen.
3. Chaque Partie adopte les mesures législatives et autres qui se révèlent nécessaires pour lui permettre de confisquer ou de priver autrement des instruments et des produits des infractions pénales établies en vertu des articles 18 et 20, paragraphe a), de la présente Convention, ou des biens dont la valeur correspond à ces produits.