9. stelt vast dat de Commissie in haar mededeling geen wetenschappelijk coherente onderbouwing geeft van de doorberekening van afzonderlijke externe kosten aan verschillende vervoerswijzen en een zogenoemde "pragmatische aanzet aan de hand van de gemiddelde kosten" heeft gekozen; is in het algemeen voorstander van de door de Commissie gekozen grondslag van de marginale sociale kosten, in overeenstemming met het Witboek over het vervoersbeleid van 2001;
9. constate que dans sa communication, la Commission ne présente pas de justification scientifiquement cohérente pour l'imputation de chacun des coûts externes aux différents modes de transport et fait sienne une prétendue "approche pragmatique par le coût moyen"; soutient dans l'ensemble la base que choisit la Commission, la tarification des coûts sociaux marginaux, en harmonie avec le Livre blanc sur les transports de 2001;