Volgens de richtlijn zijn dierproeven niet toegelaten wanneer het gestelde doel ook verwezenlijkt kan worden door een wetenschappelijk bevredigend, aanvaardbaar en uitvoerbaar alternatief waar geen levende dieren bij te pas komen.
Aux termes de cette directive, une expérience ne peut être effectuée s'il existe une autre méthode scientifiquement satisfaisante, raisonnable et pratique et n'impliquant pas l'utilisation d'un animal pour obtenir le résultat recherché.