Die twee instellingen van openbaar nut lijken het dus eens te zijn over de noodzaak om een hoge werkloosheidsgraad te behouden door de concurrentie tussen de werknemers te doen toenemen.
Ces deux organismes d'intérêt public semblent donc s'accorder sur la nécessité de maintenir un taux de chômage élevé en augmentant la concurrence entre les salariés.