3. Ook in artikel 145, 3° van het WIB 1992 wordt niet nader toegel
icht wie de uitgave werkelijk doet, evenmin als in artikel 14, eerste lid, 1° van het WIB 1992. Kan derhalve niet worden geconcludeerd dat deze redenering ook van toepassing is op uitgaven die tijdens het belastbare tijdperk werkelijk gedaan werden als betaling voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is aangegaan bij een instelling die binnen de Europese Unie gevestigd is, om een in België gelegen woning te bouwen, te verwerven of te verbouwen en gewaarborgd is door een definitief in België gesloten tijdelijke verzekerin
...[+++]g bij overlijden met afnemend kapitaal?3. Dans la mesure où l'article 145, 3° du CIR 1992 ne précise pas, à l'instar de l'article 14, alinéa 1er,
1° du CIR 1992 qui doit effectivement payer la dépense, ne pourrait-on pas en conclure que le même raisonnement s'applique aux dépenses qui ont été effectivement payées pendant la période imposable à titre de sommes affectées à l'amortissement ou à la reconstitution d'un emprunt hypothécaire, contracté auprès d'un établissement ayant son siège dans l'Union européenne en vue de construire, acquérir ou transformer une habitation située en Belgique et garanti par une assurance temporaire au décès à capital décroissant contractée à titr
...[+++]e définitif en Belgique?