Art. 5. Tijdens de duur van de werf vermaalt en zeeft de op de werf gevestigde installatie uitsluitend de inerte werfafval bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 24 januari 2002, alsmede de afval die inert wordt verklaard bij een beslissing genomen krachtens artikel 10 van bovenvermeld besluit.
Art. 5. Seuls sont admis au concassage-criblage, pendant la durée du chantier, dans l'installation située sur le chantier, les déchets exclusivement issus du chantier considérés comme inertes dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, ainsi que les déchets reconnus comme inertes par une décision prise en vertu de l'article 10 de l'arrêté précité.