— § 1. De kennis van de andere taal dan die waarin de examens van licentiaat in de rechten werden afgelegd, wordt bewezen door te slagen in een examen, aangepast aan de vereisten van de betrokken functie, al naargelang deze al dan niet een passieve, deels actieve of actieve taalkennis inhoudt.
§ 1. La connaissance de la langue autre que celle dans laquelle ont été subis les examens de la licence en droit est vérifiée par un examen adapté aux exigences de la fonction concernée, selon qu'elle implique ou non une connaissance passive, partiellement active ou active de la langue.