Zoals het Hof in dat arrest oordeelde, was het niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat de decreetgever voorzag in een procedure waarbij de Vlaamse regering en in voorkomend geval andere vergunningv
erlenende overheden werden gemachtigd om, bij het verlenen van de stedenbo
uwkundige en andere vergunningen voor een reeks werken, handelingen en inrichtingen waardoor het Deurganckdok kon worden aangelegd en operationeel gemaakt en die op grond van de in overweging B.9.2 van dat arrest vermelde redenen van « dwingen
...[+++]d groot algemeen en strategisch belang verklaard » waren, een uitzondering te maken op de bestemmingen van de plannen van aanleg.Ainsi que la Cour l'a jugé dans cet arrêt, il n'était pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution que le législateur décrétal prévoie une procédure dans laquelle le Gouvernement flamand et, le cas échéant, d'autres
autorités compétentes pour délivrer des permis soient autorisés à déroger aux affectations prévues par les plans d'aménagement, lors de l'octroi de permis d'urbanisme et d'autres permis pour une série de travaux, d'opérations et d'aménagements permettant de construire et de rendre opérationnel le « Deurganckdok », et qui, pour les motifs mentionnés dans le considérant B.9.2 de cet arrêt, avaient été déclarés
...[+++] « de grand intérêt général et stratégique obligatoire ».