Bij het ontbreken van harmonisatie op het niveau van de Unie blijft iedere lidstaat afzonderlijk er verantwoordelijk voor om in het kader van zijn wetgeving en conform de wetgeving van de Unie de niet-discriminatoire voorschriften vast te stellen voor de toekenning van socialezekerheidsuitkeringen alsook de hoogte van deze uitkeringen en de periode gedurende welke zij worden verstrekt.
Il appartient à chaque État membre, en l'absence d'harmonisation au niveau européen, d'arrêter selon le droit national, dans le respect de la législation de l'Union, les conditions non discriminatoires mises à l'octroi des prestations sociales, ainsi que le montant desdites prestations et la période durant laquelle elles sont accordées;